Verklaring BUN-bestuur over misbruik door boeddhistische leraren

In de kantlijn van een bericht van de NOS van 10 september over seksueel misbruik door boeddhistische leraren wordt een bewering aangehaald dat “20 van de 45 leden (van de BUN) in opspraak zijn geraakt wegens beschuldigingen van seksueel misbruik door de geestelijk leider(s)”. Daarbij worden drie voorbeelden genoemd die recentelijk volop in de publiciteit zijn gekomen: Rigdzin, Rigpa en Shambhala.

Als BUN-bestuur zijn we er in het verleden teveel vanuit gegaan dat geruchten nog geen beschuldigingen zijn en dat bij een beschuldiging nog geen schuld is vastgesteld. Dat was te makkelijk. De stroom van publiciteit, die in twee van de drie genoemde voorbeelden ondersteund wordt door gedegen onafhankelijke rapporten, heeft ertoe bijgedragen dat wij ons beeld hebben bijgesteld. Het gaat niet meer om geruchten, incidenten of iets dat zich in ‘andere tijden’ heeft afgespeeld. De berichtgeving in de afgelopen jaren heeft ertoe geleid dat ook binnen boeddhistische gemeenschappen zaken aan het licht gebracht worden die te lang geheim gehouden zijn.

Toch mag je er niet van uitgaan dat iedere beschuldiging daadwerkelijk betekent dat iemand schuldig is. Het gaat ons veel te ver om te suggereren dat 20 van de 45 leden van de BUN nu of in het verleden betrokken zijn geweest bij misbruik.

Omdat deze bewering door de NOS zonder weerlegging of nuancering wordt gepresenteerd, vinden we dat we hier als bestuur van de BUN op moeten reageren, met de kanttekening dat de berichtgeving van de NOS sinds 2015 over dit thema in algemene zin correct is geweest. Alle publiciteit sinds die tijd heeft geleid tot openheid, bewustwording en concrete maatregelen door de BUN en haar leden. Daarbij hoort ook waakzaamheid. We mogen er niet van uitgaan dat er geen nieuwe of nog onbekende gevallen van misbruik aan het licht zullen komen.

De cijfers in perspectief:

Volgens de achterliggende cijfers zou het gaan om twaalf verschillende geestelijk leiders. Verder blijkt dat leraren van huidige leraren, of leraren van leraren van huidige leraren worden meegeteld, ook als die nooit bij de genoemde organisatie betrokken zijn geweest.

Het blijkt uiteindelijk om zes leraren te gaan die in de afgelopen tien jaar direct of indirect in Nederland actief waren. De beschuldigingen variëren in gradaties tussen een betreurenswaardige misstap, ongepaste relaties, seksuele intimidatie en structureel misbruik.

Vanwege de ernst van de aantijgingen zijn er in het afgelopen jaar drie leraren tijdelijk of definitief teruggetreden als spiritueel leider (Sakyong Mipham, Sogyal, Xuecheng). Daarbij is sprake van één afgerond onderzoek, en twee nog lopende onderzoeken.

Hierbij willen we uitspreken:

  1. Dat we met grote droefheid het lijden erkennen van slachtoffers van misbruik door boeddhistische leraren en leiders.
  2. Dat we het benoemde seksueel misbruik bij een aantal van onze leden ten zeerste betreuren.
  3. Dat we in deze gevallen actief in gesprek zijn gegaan met de betrokken leden, waarbij we aandringen op waarheidsvinding, transparantie en gepaste maatregelen.
  4. Dat indien de betrokken leden actief meewerken aan onderzoek naar misstanden, en waar nodig gepaste maatregelen treffen, we deze leden zullen steunen in dit proces.
  5. Dat we Nederlandse slachtoffers van misbruik binnen boeddhistische gemeenschappen onze hulp aanbieden, bij voorkeur onder waarborg van vertrouwelijkheid via de externe vertrouwenspersoon van de BUN. Die bepaalt in overleg met de melder een passend hulptraject, en/of het indienen van een klacht bij de betreffende organisatie, en/of een aangiftetraject van een strafbaar feit.
  6. Dat er door de BUN en haar leden in de afgelopen drie jaar concrete maatregelen zijn getroffen om misbruik te voorkomen. Inmiddels beschikken 25 van de 45 leden over een ethische gedragscode. Op de ledenvergadering op 3 november a.s. wordt een voorstel besproken om binnen twee jaar naar 100% te gaan.
  7. Dat de BUN zich zal blijven inzetten voor bewustwording, transparantie en veiligheid: iedere plek waar boeddhistische studie en beoefening wordt aangeboden moet een veilige plek zijn.

Namens het BUN-bestuur,
Michael Ritman
Voorzitter